
Regeerakkoord – De Wever I: een helder overzicht.
“Een toekomstbestendige arbeidsmarkt betekent investeren in mensen, niet in structuren.”
Waarover gaat het? Wat is dat regeerakkoord?
Het regeerakkoord is de tekst waarin de regering haar voornemens voor een hele zittingsperiode uiteenzet. Die tekst wordt opgesteld bij het begin van de zittingsperiode door de partijen die samen een meerderheid vormen in het parlement.
We beperken ons hier naar de waardevolle inhoud voor werkgevers, het hele regeerakkoord kan je helemaal onderaan downloaden (als je wil 😉 )
We leggen graag de nadruk op voornemens.
Wat we hieronder dus schrijven zijn voornemens die nog via publicaties tot wet moeten komen. We houden ons tot enkele belangrijke punten.
Wil je helemaal up to date blijven? Inschrijven in onze nieuwbrief is dan jouw tip van de dag!
Werken moet beloond worden.
Het nieuwe regeerakkoord zet echt in op arbeid, dat is heel helder te zien:
– Het verschil tussen werken en niet-werken blijft in principe altijd hoger dan 500 euro.
– Het nettoloon wordt verhoogd door een aanpassing van de belastingvrije som voor werkenden en enkele andere kleine fiscale maatregelen. Er wordt focus gelegd op lonen onder de mediaan al zullen de effecten te zien zijn vanaf 2027.
– De bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid (BBSZ) wordt verlaagd (in de Supernota stond deze nog op afschaffing).
– De sociale werkbonus wordt versterkt.
– Voor het minimumloon geldt dat bruto gelijk wordt aan netto.
– De minimumlonen stijgen in april 2026 en april 2028 telkens met 35 euro, zonder extra kosten voor werkgevers.
– Het systeem van automatische indexering en de loonnormwet blijft behouden, maar sociale partners worden gevraagd om tegen eind 2026 advies te geven over een mogelijke hervorming van deze wetgeving.

De loonkost moet omlaag.
Voor lage en middenlonen wordt de loonkost verlaagd door een plafond in te voeren op de sociale werkgeversbijdrage.
De plusplannen (RSZ-doelgroepvermindering voor de eerste aanwerving) worden (nogmaals) aangepast:
- Voor de eerste werknemer geldt een vermindering van 2.000 euro per kwartaal, onbeperkt in de tijd.
- Voor de tweede tot en met de vijfde werknemer bedraagt de vermindering 1.000 euro per kwartaal, gedurende drie jaar.
Bij de bestaande vrijstellingen van doorstorting van bedrijfsvoorheffing wordt gestreefd naar maximale rechtszekerheid en stabiliteit in de toepassing ervan. Voor ploegen- en nachtarbeid komt er, na de tijdelijke regeling, een systeem dat de basisprincipes en voordelen behoudt. De regering evalueert of aanpassingen nodig zijn als de regelgeving rond nachtarbeid wijzigt.
Wat met alternatieve verloning?
De collectieve bonussystemen (zoals CAO nr. 90 en de winstpremie) worden vereenvoudigd en op elkaar afgestemd. Men wil belonen in geld interessanter maken dan in natura.
Het systeem van maaltijdcheques wordt uitgebreid: de maximale werkgeversbijdrage stijgt met twee keer 2 euro, de aftrekbaarheid voor werkgevers wordt dienovereenkomstig verhoogd en de bestedingsmogelijkheden worden uitgebreid.
Andere cheques, zoals ecocheques en sport- en cultuurcheques, zullen geleidelijk verdwijnen.
Er komt een wettelijk kader voor flexibel verlonen, bijvoorbeeld binnen een cafetariaplan, waarbij de mogelijkheid tot brutoloonruil wordt beperkt tot 20% van het jaarlijkse brutoloon.
Het stelsel van auteursrechten wordt (opnieuw) hervormd om de ongelijkheid weg te werken voor digitale beroepen, die momenteel geen toegang hebben tot dit systeem.
Woon-werk, wagens en mobiliteit.
Het mobiliteitsbudget wordt aangepast en zal de huidige werkgeversbijdragen voor woon-werkverkeer en privéverplaatsingen van werknemers vervangen. Men spreekt van een mobiliteitsbudget voor iedereen, een budget dat aangeboden wordt door de werkgever. Er wordt ook een integratie van vergoedingen woon-werkverkeer en privéverplaatsingen gesproken.
Ook het aftrekpercentage binnen het wagenpark wordt aangepakt!
Tot eind 2027 zijn de hybride wagens 75% aftrekbaar (hoger percentage mogelijk mits uitstoot max. 50g/km). In 2028 verandert dat naar 65%, in 2029 naar 57,50%. Tot eind 2027 zijn de brandstofkosten aftrekbaar aan 50%, elektrische verbruikskosten volgen de aftrekbaarheid van volledig elektrische modellen.
Wat beweegt er nog? Wel, men gaat onderzoek doen naar fiscale aftrekbaarheid bij ‘spontane’ carpooling en men wil zelfs ‘teletreinwerk’ bekijken. Teletreinwerk is voor mensen die pendelen naar het werk en onderweg ook al aan het werk zijn op de laptop. Het punt is of die tijd ook telt als werk. Voorwaarde hieraan is dat het 4G netwerk wel krachtig genoeg moet zijn op de trein voor ze hierop verder gaan.
Arbeidsovereenkomsten
– Voor studenten wordt de toegestane jaargrens voor studentenarbeid blijvend verhoogd van 475 naar 650 uur. De minimumleeftijd voor studentenwerk wordt verlaagd naar 15 jaar. Dat was hij al maar de exacte voorwaarden moeten nog verduidelijkt worden. De fiscale vrijstelling voor inkosten uit studentenarbeid wordt onmiddelijk verdubbeld en de grens van bestaansmiddelen wordt algemeen verhoogd.
– De proefperiode wordt opnieuw ingevoerd. Tijdens de eerste zes maanden van de arbeidsovereenkomst kunnen beide partijen het contract beëindigen met een opzegtermijn van één week.
– De ontslagvergoeding wordt geactiveerd en voor nieuwe aanwervingen beperkt tot maximaal 52 weken.
– Flexijobs worden verder gestimuleerd door het maximale jaarinkomen op te trekken van 12.000 naar 18.000 euro. Waar van toepassing, stijgt het minimumloon van 17 naar 21 euro per uur (impact is nog wat onduidelijk). Daarnaast wordt het systeem van flexijobs toegankelijk voor alle sectoren, met de mogelijkheid voor sectoren om zich hieraan te onttrekken. Het verbod op flexijobben in verbonden ondernemingen zou verheven worden.
– Voor gepensioneerden wordt er een bevrijdende voorheffing ingehouden van 33% bij wat bijverdiend wordt na pensioen als de loopbaan volledig is of na het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd (tenzij globaal tarief voordeliger is-
Arbeidsduur
Er komt een nieuw wettelijk kader dat extra flexibiliteit in de arbeidsduur mogelijk maakt. Hierdoor kan men de gemiddelde arbeidsduur binnen een jaar presteren. de zogenaamde ‘accordeonroosters’.
De verplichting dat de minimale wekelijkse arbeidsduur minstens 1/3e van een voltijds rooster moet zijn, wordt geschrapt. Het verbod op arbeidsprestaties van minder dan drie uur blijft behouden.
Het verbod op nachtarbeid wordt opgeheven. In de distributiesector en aanverwante sectoren (zoals e-commerce) verschuift het begin van nachtarbeid van 20 uur naar middernacht. (Opmerking: de bepalingen rond werken op zondagen en feestdagen uit de Supernota werden niet opgenomen in het regeerakkoord dus valt nog even af te wachten.)
De regels rond overuren worden herzien. Er komt één uniform systeem van 360 vrijwillige /relance-overuren voor alle sectoren, terwijl in de horecasector het maximum wordt verhoogd naar 450 vrijwillige overuren. Dit voor voltijdse medewerkers of wanneer ze minstens 3 jaar als deeltijdse werken.
En! Er zou ook minder administratie aankomen, o.a. bij deeltijdse arbeid.
Het familiekrediet
De bestaande verlofrechten voor de zorg van een kind, zoals tijdskrediet, thematisch verlof en geboorteverlof, worden gebundeld in een zogenaamd ‘familiekrediet’. Dit is een persoonlijk verlofpakket per kind waarin alle bestaande verlofvormen worden samengevoegd.
Daarnaast wordt ouderschapsverlof uitgebreid naar pleegouders. Er zou ook gekeken worden of grootouders dit kunnen nemen voor hun kleinkind(eren).
Landingsbanen
Dit is een eindeloopbaanstelsel waarmee oudere werknemers hun arbeidsduur kunnen verminderen. Nu zou men vanaf 55 jaar na een loopbaan van 30 jaar landingsbanen kunnen genieten. Er is een graduele verhoging voorzien naar 35 jaar loopbaan in 2030.
Opleidingen
Op zich speelt dit thema al geruime tijd binnen de HR. Het individuele recht blijft, standaard 5 dagen. Dat is minder voor de kleine ondernemingen, voor ondernemingen met minder dan 10 werknemers is het zelfs geen afdwingbaar recht. Maar men wil het meer flexibel maken en een collectief karakter geven: in de zin van de één wat meer dagen en dan de ander wat minder, wat het totaal aantal dagen wel voldoet.
Wat met de opleidingsdagen die je niet hebt opgenomen als je uit dienst gaat? Die geven voortaan geen recht meer tot uitbetaling in loon.
Vragen over dit topic?
Ons team helpt je graag via info@overuur.be, bel 03/344.34.24 of plan eenvoudig via de knop hieronder!